posted by Sander : 18:21
[
print]
De column van Pam van Vliet in de Metro van vandaag:
Met het buskruit onder de sluier
Ik ben een Palestijnse vrouw van zevenentwintig jaar. Ik heb een zoon van acht en een dochter van vijf. Lieve kinderen. Mijn man, hun vader, is vermoord door Israëlische soldaten, omdat hij weigerde de olijfboomgaard van zijn familie te verlaten. De 'Veiligheidsmuur' moest daar komen. Die boomgaard was al eeuwen in bezit van zijn familie en nu is alles kapot. Alles kapot... Ik zal hem wreken. Als ik door de leiding van de islamitische Jihad geroepen word, zal ik sterven als martelaar en zoveel mogelijk joden meenemen in de dood. Mijn kinderen zullen later, als ze ouder zijn, trots op me zijn. Ik ben niet bang om te sterven. Het leven is niks waard, ik heb geen hoop meer. Noem me geen slechte moeder! Ik hou intens van mijn kinderen en zal tot het laatst goed voor ze zorgen. Ik doe het ook voor hen. Dit is de enige manier waarop ik kan strijden voor de vrijheid van mijn volk. Binnenkort zal ik een knalfeestje bouwen bij de overburen...
Ik ben een Israëlische vrouw van dertig jaar. Vanmorgen is mijn jongste zoon ontploft in een bus. Hij zou volgende week zes geworden zijn. Mijn lieve kleine Benjamin, mijn oogappel, mijn levensvreugde. Vermoorde onschuld. Zijn broertje van negen zat ook in de bus en heeft het vreemd genoeg overleefd. Dit keer wel. Totdat er wéér zo'n gesluierde, licht ontvlambare duivelin de bus in stapt, die denkt hiermee de Palestijnen een dienst te bewijzen. Mijn kind is dood! O, God... Het verdriet is te rauw, te pijnlijk. Ik zal het ombuigen naar woede, naar haat. Dat is gemakkelijker. Haat tegen de Palestijnen, die hier dood en verderf zaaien onder het mom van Heilige Oorlog. Sharon moet nóg harder optreden tegen die beesten. Ze hebben al hun rechten verspeeld. Opschieten met die muur.
Ik ben een Palestijnse jongen van acht jaar. Ik ben bang. Ik mis mijn moeder, maar ik mag niet huilen van opa. Ik moet sterk zijn voor mijn kleine zusje. Opa zegt dat mama een martelaar is geworden en dat we trots op haar moeten zijn. Oma zegt niks, die huilt alleen maar. In de stad hangt mama's portret, omdat ze een held is. Ze heeft een bom van zichzelf gemaakt en is in een bus vol Israëli's gaan zitten. Tien joden heeft ze opgeblazen. Er was ook een kindje van vijf bij, zeggen ze. Dat vind ik wel zielig, maar voor die grote mensen is het net goed. Die pikken ons land af en zetten een muur om ons heen. Het is goed dat er weer wat joden minder zijn, maar ik wou toch dat mama het niet had gedaan. Ze had beloofd ons de zee te laten zien, later, als het vrede was. Ik voel me alleen en ik ben boos. Ik snap het leven niet. Vanaf morgen ga ik leren stenen gooien en als ik groot ben maak ik ook een bom van mezelf. Het maakt toch allemaal niks meer uit. De lol is eraf.
Ik ben een Israëlische jongen van negen jaar. Ik heb gezien hoe mijn kleine broertje doodging. Hij gilde. Overal bloed. Ik had net zijn verjaardagscadeautje af. Een bootje van hout had ik voor hem gemaakt, want we zouden naar de zee gaan. Ik hoor steeds zijn geschreeuw, het zit nog steeds in mijn oren. Papa zegt dat de Palestijnen hiervoor zullen boeten. Dat vind ik ook. Over een paar jaar word ik soldaat en dan schiet ik ze allemaal kapot.
Ik ben een Nederlandse vrouw van veertig jaar. Ik ga lekker met mijn zoon van zeven naar zee, als ik daar zin in heb. Desnoods met de bus. Ik vind Sharon een lul en Arafat een Calimero. Helden? Martelaren? Bezetters? Vrijheidsstrijders? Stomkoppen! Kappen nou!